Sebastianus, een heel bijzondere martelaar.
Het lijdensverhaal van Sebastianus heeft het karakter van een epische roman met beperkte historische waarde. Het vat verschillende Romeinse martelaarsgeschiedenissen samen
in één handeling. In zijn kern gaat het verhaal terug op een korte notitie van Ambrosius van Milaan : Sebastianus wordt in Milaan geboren, trekt naar Rome en sterft daar
de martelaarsdood. Meer gegevens over zijn beroep, martelaarschap en sterfjaar geeft Ambrosius niet.
Volgens de legende is Sebastianus officier in een garde aan het keizerlijk hof van Diocletianus. Hij verzwijgt zijn christelijk geloof. Zijn beroep laat hem echter toe zijn medebroeders
bij te staan in de Romeinse gevangenissen, waartoe hij vrije toegang heeft. Omdat de keizers vaak afwezig zijn, kan hij de gevangenen lange tijd ongehinderd bezoeken. Hij spreekt hen moed
in, bekeert hen en verzorgt de begrafenis van de martelaren. Als hij 'ontmaskerd' wordt, laat Diocletianus hem aan een boom binden en door boogschutters met pijlen doorboren.
Hij is bitter teleurgesteld dat iemand die hem zo nabij is, een overtuigd christen is.
Sebastianus overleeft de martelingen en wordt door de jonge weduwe Irene verzorgd. Na zijn genezing gaat hij naar de keizer. Hij beschuldigt hem openlijk van zijn misdaden en beklemtoont
de zinloosheid van zijn vervolgingen. Daarop laat de keizer hem door soldaten doodknuppelen en zijn lijk in de Cloaca maxima, het centrale afvalwaterkanaal van Rome, werpen.
De christin Lucina begraaft zijn aangespoelde lichaam in de catacomben.
Schijnbaar hulpeloos en onmachtig staat Sebastianus aan de boom zoals Christus aan het kruis. Maar wie gelooft, beseft dat de martelaarsboom naar de levensboom verwijst.
Het leven is sterker dan de dood. Deze heel bijzondere martelaar is niet dood te krijgen. Hoe scherp de talrijke pijlen ook zijn, ze kunnen zijn ziel niet raken.
Zijn innerlijke kern is voor de mens onbereikbaar, omdat die in Gods handen is.
Dit verklaart zijn dubbel martelaarschap. De man die tweemaal sterft, illustreert dat christenen geen angst voor de dood hoeven te hebben.
We weten dat God ons zeer nabij is en dat we geborgen zijn in zijn beschermende handen. Als we Hem vertrouwen, beschermt Hij ons. Geen enkele beul kan deze waarde van de mens wegnemen.
Geen enkele kerker kan de vrijheid wegnemen om 'ja' te zeggen aan een overtuiging, een mens, een God. Geen enkele doodsbedreiging kan dit ideaal in gevaar brengen.
Met pijlen probeert de vijand Sebastianus te doorboren. Deze brandende pijlen kunnen ook symbool staan voor een besmettelijke ziekte, zoals de pest of melaatsheid.
In de middeleeuwen wordt de pest afgebeeld door een 'pestengel' die zijn pijlen afschiet, wat het plotse optreden en het vlugge verloop van de dodelijke ziekte uitdrukt.
Op het einde van zijn 'eerste' lijdensverhaal gaat de soldaat een persoonlijke confrontatie met de keizer aan: een wereldlijke heerser die zich een goddelijke plaats aanmeet,
staat tegenover een christen die in de onzichtbare God gelooft. Sebastianus wil zijn 'baas' blijven dienen en gehoorzamen, maar offers brengen aan demonen kan hij niet.
Hij beseft dat Christus sterker is dan hij en dat niemand hem van God kan scheiden. Zijn enige verlangen bestaat erin zijn godsdienst te belijden en de Kerk te verdedigen.
Als hij na de eerste mislukte terechtstelling de keizer confronteert met zijn gruwelijkheden, is hij meer dan moedig.
Hij had kunnen vluchten uit Rome, wat hem ook aangeraden werd. Maar zijn houding bewijst dat een sterk en standvastig geloof niet dood te krijgen is.
Dat bewijzen ook de twee weduwen die zijn wonden verzorgen.
Uit : " Tom Zwaenepoel, Het Heiligenboek. Levenswijsheid van honderd en enige heiligen, Lannoo, Tielt, 2008, 345 blz., 19,95 eur, ISBN 978 90 209 8041 7. "
Een mooie beschrijving van de rol van Sint-Sebastiaan als pestheilige vind je hier. De beschrijving
komt uit het boek " De Zwarte Dood" van Dick Harrison (pp. 214-215 Uitgeverij Omniboek 2000)
|